april 27, 2024

Loden Blokgewicht Utrecht rond 1650

Loden blokgewichten Utrecht rond 1650 voorkant
Loden blokgewichten Utrecht rond 1650 voorkant
Klik om te vergroten
Loden blokgewichten Utrecht rond 1650 achetrkant
Klik om te vergroten

Loden Blokgewicht van de stad Utrecht uit (rond) 1650.

Gevonden in Zeist.

Dit blokgewicht is opgenomen door PAN, de determinatie is door hun gedaan: https://portable-antiquities.nl/pan/#/object/public/18967

PAN naam Nieuwe Tijd loden blok gewicht
Datering 1600 tot 1820
Periode Nieuwe Tijd Vroeg (1500/1649) tot Nieuwe Tijd Midden (1650/1849)
Definitie (1) Kegelvormig gewicht (2) met afgeplatte bovenkant (3) van gegoten lood (4) met aanwijzingen voor een datering in de 17e-19e eeuw.
Toelichting Begrenzing en overlap met andere typen: loden schijfgewichten onderscheiden zich van loden blokgewichten door hun rechte wanden en vaak plattere verschijning.
Variabele kenmerken: (1) de bovenkant kan naar binnen omgekrulde randen hebben; (2) zowel geijkt als ongeijkt; een ijkmerk was verplicht op de voor het wegen van handelswaar gebruikte loden; (3) variabele ijkmerken; afhankelijk van de regio en periode.
Auteur: Mirjam Kars
Figuur: PAN
Dateringsargumentatie: loden blokgewichten komen gedurende een lange periode in vrijwel onveranderlijke vorm voor; ze zijn dan ook moeilijk te dateren. De jaarcijfers geven meestal de twee laatste cijfers van het jaar waarin ze gemaakt/geijkt zijn weer. Het merendeel van de loden blokgewichten uit bijvoorbeeld ‘s ‘s-Hertogenbosch wordt in de 17-18e eeuw gedateerd (Janssen/Thelen 2008, 222-223), en slechts één exemplaar is in de eerste helft van de 14e eeuw gedateerd (Janssen 1983, 265, fig. 85). Waarschijnlijk komen deze gewichten, al dan niet geijkt, vanaf de 14e eeuw tot aan de introductie van het metrieke stelsel in 1820, wanneer loden gewichten werden verboden, voor. Het merendeel zal echter in de 17-18e eeuw dateren. Enkele gewichten uit Engeland zijn vanaf ca. 1200 tot 1800 gedateerd (Portable Antiquities Scheme: LVPL-D90086; LVPL-9FA660; LVPL-893F15P; UBLIC-F3EA85). Wanneer mogelijk worden de vondsten in de groep van middeleeuwse, post-middeleeuwse (16e eeuw) of Nieuwe Tijd (17e-19e eeuw) gewichten geplaatst en individuele vondsten voorzien van een precieze datering.

Onderstaande extra informatie is verkregen met dank aan Tjark van lodenblokgewicht.nl

Maten en gewichten
Ongetwijfeld zullen de eerste bisschoppen in de stad Utrecht het Romeinse eenhedenstelsel hebben ingevoerd, zoals dat door Karel de Grote en door zijn voorgangers voor het gehele rijk was voorgeschreven. Toen later het Keulse pond en ook andere eenheden de Romeinse verdrongen, bleek de bisschop ook hierin een dominerende rol te spelen en werden deze veranderingen door het grootste deel van de provincie overgenomen. Een uitzondering hierop vormde Amersfoort, die er zowel in de stad als in zijn omgeving eigen eenheden op na hield.

Massa Zoals hierboven reeds is opgemerkt, werd sedert de twaalfde eeuw het Keulse gewicht van 468 g, zowel in de stad als in het gewest algemeen, toegepast. In 1473 schreef de Utrechtse raad aan de stad Keulen om enige stukken van haar gewicht op te zenden, omdat het stadsgewicht gedurende lange tijd door het gebruik misschien veranderd kon zijn. Het Trooise gewicht schijnt in die tijd alleen voor het wegen van goud en zilver te hebben gediend. In 1559 werd in de stad Utrecht een tweede waag opgericht. Bij die gelegenheid werd bepaald dat voortaan bij wegen boven de twintig pond ‘In eene koop en gewichte, tusschen koper en verkoper, in ‘t uijtleveren en ontfangen, in den wage uijtwegen zal, alle honderd en vijf ponden voor honderd ponden, ende alle eenentwintig ponden voor twintig ponden’.

In 1572 werd dit toegeven vijf procent genoemd en werd van wegen met ‘sware gewichte’ gesproken. Op grond hiervan moet worden aangenomen, dat het zware gewicht een massa moet hebben gehad van 492 gram en daarmede overeenkwam met het Troois gewicht. Volgens Van Swinden en Aeneae zou het Utrechtse zware gewicht 497 gram hebben gewogen. Op grond van de Utrechtse plakaatboeken is hiervoor echter geen rechtvaardiging te vinden. In 1576 werd op grond van een verordening van de stadhouder van de koning bepaald, dat in de waag alleen van het licht gewicht (468 g) gebruik mocht worden gemaakt. Afwijkende massa-eenheden waren in gebruik in Amersfoort, namelijk een pond van 473 g. Mogelijk was dit bedoeld als waaggewicht, dat één procent zwaarder was dan het Keuls. In Wijk bij Duurstede zou een waaggewicht van 499 gram in gebruik zijn geweest, dat zes procent zwaarder was dan het Keuls gewicht.